Blinde vlekken en morsige vegen
Ze had er duidelijk geen zin in. De waarde van de assessmentdag was voor haar, zoals ze al bij de persoonlijke uitnodiging had aangegeven, minimaal. Bij de intake van het assessmenttraject werd al helder dat ze waarschijnlijk in een conflict was terecht gekomen. En dat ‘er al van alles was geprobeerd om het op te lossen tussen haar en haar leidinggevende’. Allemaal rode vlaggen voor ons. We zijn er namelijk zeer op beducht dat een assessment niet wordt gebruikt als excuus om iemand ‘eruit te werken’. Of om als middel ingezet te worden om het werk van een leidinggevende te doen. Namelijk het niet-functioneren van een medewerker ter tafel brengen. Daar heb je geen assessment voor nodig.
Maar in dit geval wilde de deelnemer zelf ook wel eens kijken wat ze er van zou bakken. “Als we nu eens helder krijgen of ik nu wel of niet m’n eigen functie aankan, zijn we voor eens en altijd van het gezeur af”, was haar devies. Ook al een rode vlag. Want als een deelnemer erin zit om iets te bewijzen, is de kans groot dat het eventuele leereffect zich beperkt tot een groot ‘zie je nou wel’ gehalte.
De interacties voor, tussen en na de officiële meetmomenten van een assessmentdag mogen geen enkele invloed hebben op de daadwerkelijke meting. Dit omdat een deelnemer de kans loopt om te worden afgerekend op indrukken die hij of zij wekt, op basis van niet gestandaardiseerde meetmomenten. En dan zijn we overgeleverd aan allerlei onzuivere ‘metingen’ die de voorspellende waarde van onze uitspraak over het gedrag van diegene onjuist (en vaak negatief) beïnvloedt.
Extra opletten dus tijdens de praktijkopdracht en het interview. In het kort ontstond het volgende beeld van de deelnemer: heel weinig tot bijna geen zelfinzicht, stelt nagenoeg geen enkele vraag naar wat de ander beweegt, gaat bijna bij alles wat de ander zegt uit van slechte intenties van de ander (groot wantrouwen) en een relatief lage score op de capaciteitentesten (zeer laag t.o.v. de WO-norm die voor de functie staat).
Bijna allemaal zaken waar in principe aan gewerkt kan worden. In die zin, dat als we in staat zijn licht te werpen op onze blinde vlekken, we iets kunnen waarnemen wat we daarvoor nog niet zagen. En als we het kunnen waarnemen, pas dan kunnen we het beïnvloeden. Dat is niet een proces van een makkelijk of relaxed ritje hoor. Dat kan gepaard gaan met knarsende tanden en morsige vegen. Falen, opstaan, falen, opstaan en soms een beetje opschuiven naar het niveau waar je naartoe zou willen ontwikkelen. En heel soms, als je mazzel hebt, een groeispurt. Waarin je jezelf verbaast hoe goed je dat gesprek opeens hebt gedaan.
Maar niet in dit geval. In dit geval werd er iets anders duidelijk. Deze dame kóós ervoor om niet te groeien. Ze koos er bewust voor om, na afweging van haar opties, het op- en aftellen van de kosten en baten van haar belangen ten opzichte van die van haar werkgever, om geen millimeter te bewegen. Wellicht zou ze het kunnen, misschien (gezien hoe zij uit het assessment komt) ook niet. Maar dat werd minder relevant. Gedurende de dag, werd namelijk glashelder, dat zij niet wílde leren of ontwikkelen. Daar kwamen we gelukkig gezamenlijk achter. En daarmee werd zij alsnog eigenaar van haar assessmentdag. Niet wij, die haar met een wijzend vingertje vertelden dat ze best kon maar niet wilde (Ik hoor mijn leraar op de lagere school het nog zó zeggen), maar een volwassen vrouw die verantwoordelijkheid nam voor haar keuzes. Mooi of niet mooi, onafhankelijk wat anderen er van vonden.
Niet leuk, inspirerend of grappig. Wel volwassen.
—
Benieuwd naar onze Persoonsgerichte Assessments? Lees verder.